Een asbestinventarisatie wordt uitgevoerd door een gecertificeerde asbestdeskundige. Het proces omvat zowel een analyse van relevante documenten als een niet-destructieve inspectie ter plaatse. Hieronder wordt het volledige verloop stap voor stap toegelicht.

1. Analyse en voorbereiding

De asbestdeskundige begint met het doornemen van beschikbare documenten, zoals bouwplannen, eerdere asbestonderzoeken en andere relevante gegevens over het gebouw. Dit vormt de basis voor de inspectie.

2. Niet-destructieve inspectie

Tijdens de standaardinspectie worden geen elementen van het gebouw afgebroken of gedemonteerd. De deskundige onderzoekt de direct zichtbare, asbestverdachte materialen en beoordeelt:

• De staat van deze materialen
• De risico’s die ze kunnen vormen
• Hoe ze veilig beheerd of verwijderd kunnen worden

Indien nodig kan de deskundige kleine beschadigingen aanbrengen om een monster te nemen voor laboratoriumanalyse. Deze monsternames gebeuren zorgvuldig om verdere schade of risico’s te vermijden.

3. Invoeren van gegevens in de databank

Alle verzamelde informatie wordt rechtstreeks ingevoerd in de digitale databank van OVAM. Op basis hiervan kan de asbestdeskundige een asbestattest aanvragen. Dit attest wordt vervolgens overhandigd aan de opdrachtgever.

4. Aanvullend destructief onderzoek (optioneel)

Als er renovatie- of sloopwerken gepland zijn, kan de opdrachtgever ervoor kiezen een aanvullende destructieve inventarisatie uit te voeren. Hierbij wordt ook ingesloten asbest opgespoord door delen van het gebouw te demonteren of te beschadigen.

• Dit type onderzoek is verplicht als de werken worden uitgevoerd door een aannemer met werknemers.
• Tijdens destructieve inspecties is het normale gebruik van het gebouw niet meer mogelijk.

Het uitvoeren van destructief onderzoek vooraf voorkomt onnodige risico’s, vertragingen en bijkomende kosten tijdens de werken.

5. Monstername en laboanalyse

Wanneer er twijfel bestaat over een asbestverdacht materiaal, kan de deskundige een monster nemen voor laboratoriumanalyse.

• De schade door de monstername wordt beperkt gehouden.
• Het esthetisch herstel van het monsternamepunt is niet verplicht, maar de eigenaar kan dit zelf uitvoeren met de nodige voorzorgsmaatregelen.

Als een monstername niet mogelijk is, wordt het materiaal standaard als asbesthoudend beschouwd.

6. Onderzoeksbeperkingen oplossen

Soms kunnen bepaalde situaties het onderzoek bemoeilijken, zoals:

• Onveilige omstandigheden (bijvoorbeeld losliggende kabels of wateroverlast in een kelder)
• Vergrendelde ruimtes
• Overwoekerende vegetatie
• Materiaalopslag of obstructies

De eigenaar wordt geadviseerd om deze beperkingen vooraf op te lossen, zodat het onderzoek vlot kan verlopen en een asbestattest kan worden afgegeven.

7. Fotodocumentatie

De asbestdeskundige maakt situerings- en detailfoto’s van asbestverdachte materialen, onderzoeksbeperkingen en de algemene staat van het gebouw. Deze foto’s worden opgeladen in de databank van OVAM. Bij het nemen van foto’s houdt de deskundige rekening met de privacy van bewoners en vermijdt beelden van personen, huisdieren of herkenbare persoonlijke bezittingen.

8. Aanvraag en overhandiging van het asbestattest

De asbestdeskundige dient de gegevens van de inventarisatie in bij OVAM en vraagt het asbestattest aan. Zodra dit beschikbaar is, ontvangt de opdrachtgever het document. Als eigenaar kunt u dit attest ook raadplegen via de Woningpas.

Wat is een asbestattest?

Het asbestattest is een officieel document dat het resultaat van de asbestinventarisatie samenvat. Het vermeldt:

• Welke materialen of gebouwonderdelen asbest bevatten
• De staat van het asbest
• Advies over hoe het asbest veilig kan worden beheerd of verwijderd

Dit attest geeft inzicht in de asbestveiligheid van het gebouw bij normaal gebruik en biedt een basis voor eventuele verdere stappen.